Betekenis: zoektocht naar waarheid en identiteit
Bijna iedereen ziet het nog voor zich: de beelden van de brandende Notre-Dame. Menig Parijzenaar is in tranen. Direct daarna barst een debat los over de restauratie. Moet het gotische meesterwerk nauwgezet gerestaureerd worden, inclusief de in de negentiende eeuw toegevoegde spits? In de negentiende eeuw durfde men kennelijk kind van zijn tijd te zijn; durven wij dat op onze beurt ook? Wat betekent de kathedraal anno 2019?
De tragedie van de Notre-Dame staat in het licht van twee grote hedendaagse obsessies: waarheid en identiteit. Obsessies die nauw met elkaar verstrengeld zijn: wat is de waarheid, wat kun je geloven, wie zijn we, wie wíllen we zijn? Niemand zal willen beweren dat een gebouw als de Notre-Dame gewoon een hoop stenen is. Het gebouw betekent iets. Maar zoals de brand duidelijk maakte, het betekent een hele hoop dingen tegelijk. Betekenissen die vaak haaks op elkaar staan.
In ons leven is de betekenis van dingen, van mensen, van voorwerpen, maar ook van gebouwen, sterk afhankelijk van de context waarin ze zich bevinden. De context geeft er vaak een heel andere betekenis aan. En gebrek aan besef van de context is de oorzaak van veel problemen waarmee we in onze tijd geconfronteerd worden. We moeten ons meer bewust zijn van de impact die we hebben op onze omgeving. Op hoe onze inbreng, onze ontwerpen, onze gebouwen de wereld waarin we leven beïnvloeden en veranderen.
De complete lezing van Bas Heijne zal binnenkort te beluisteren zijn als podcast via www.txtradio.nl.
Bas Heijne is schrijver, vertaler en essayist. Hij schrijft columns en essays voor NRC Handelsblad. Heijne studeerde Engelse Taal en Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Hij vertaalde werk van Evelyn Waugh, E.M. Forster en Joseph Conrad. In 1983 debuteerde hij met de roman Laatste woorden. Andere bekende essays van zijn hand zijn Onbehagen – nieuw licht op de beschaafde mens (2016) en Staat van Nederland, een pleidooi (2017). Aan Bas Heijne werd de P.C. Hooft-prijs 2017 toegekend, voor zijn beschouwend proza. De jury roemde hem als ‘een schrijver met een bijzondere positie als columnist en essayist, die over een enorme verscheidenheid aan actuele onderwerpen en kwesties schrijft’.